Paneelradiatoren kun je zowel staand als aan de wand bevestigen. De beugels die je nodig hebt voor de wandmontage zijn bij de radiatoren bijgevoegd. De consoles waarmee je de radiatoren staand monteert of op een andere wijze dan standaard aan de wand monteert, zijn los verkrijgbaar.

Plaats de radiatoren minimaal 5 cm van de wand en houd zowel boven als onder de radiator 10 cm vrij. Hierdoor is er voldoende ruimte voor de luchtcirculatie, zodat de gehele ruimte goed warm kan worden. Indien je een radiatorombouw hebt, zorg dan voor voldoende luchtgaten onder en boven de radiator. Indien de radiator tegen een slecht geïsoleerde buitenmuur geplaatst wordt, is het raadzaam om achter de radiator isolatiefolie aan te brengen.

Aansluiten
De radiator wordt op de aanvoer aan de bovenzijde van de radiator via een radiatorkraan aangesloten. De retour kan aan dezelfde kant aan de onderzijde of diagonaal worden aangesloten met een radiatorkoppeling. Als de radiator een grotere breedtemaat heeft dan 1,50 meter, is het verstandig om de radiator diagonaal (d.w.z. bijv. linksboven aanvoer en rechtsonder retour) om een betere doorstroming in de radiator te verkrijgen.

Om het mogelijk te maken de radiator te demonteren zonder de installatie af te tappen, is het mogelijk afsluitbare koppelingen aan de retouraansluiting te gebruiken. Een ontluchtingsstop ½" wordt aan de bovenzijde van de radiator geplaatst om ontluchting mogelijk te maken. Een aftapper ½" kan aan de onderzijde gemonteerd worden om het aftappen per radiator mogelijk te maken.

Als er aansluitgaten ongebruikt blijven kan hier een blinde radiatorstop ½" in gedraaid worden. Alle aansluitmaterialen zijn separaat verkrijgbaar. Aan de retouraansluiting kan in plaats van een radiatorkoppeling ook een voetventiel worden geplaatst. Hierdoor is het mogelijk de radiator weg te nemen zonder de installatie af te tappen. Standaard zijn alle radiatoren uitgevoerd met ½" inwendige draadaansluitingen.